
Wolfjes
Of ik niet van dieren hou? Natuurlijk wel.
Mijn vrouw begint al te grinniken en te zuchten, wanneer we onderweg zijn naar onze geliefde hei en bos, waar we de hond en de kinderen uitlaten, voor de zoveelste keer weer ga uitleggen hoe blij ik word van de geur van schapen. Die geur geeft me een vakantiegevoel, iets zorgeloos. Het beeld van een schaapskudde die aan komt lopen over de hei heeft iets rustgevends. Mooie dieren, en lekker, want tussen een pitabroodje zijn ze ook nog verrukkelijk. Veelzijdige beestjes zijn het.
Of van een waggelende eend, ook van die aandoenlijke hartveroverende dieren; kan zo nog wel even doorgaan. En laat ik onze hond, konijnen en vissen vooral niet tekort doen.
In het bijzonder onze steur, Ard. Ard van der Steur, omdat hij schurend over de bodem van zijn ministerie op zoek is naar het beruchte bonnetje van Fred Teeven.
Kortom ik ben van snuit tot staart dol op ze.
Ben ook op dol de typische natuur van Nederland, waarin de schapen, moeflons, paarden, runderen, zwijnen, herten en nog veel meer in onze parken of aangelegde natuurgebieden een mooi en vrij zorgeloos leven konden leiden. We konden het zelf beheren met een van de oudste beroepen ter wereld. De jacht.
Tot er een indringer (terug)kwam, de Wolf.
Onze voorouders hebben de schavuit met pek en veren van land weten te jagen, met als doel om hun vee en liefdevolle bezit te beschermen. Want toen waren het roedels die ook de mensen en hun vee aanvielen. Met z´n allen durven ze wel, alleen zijn het bange hondjes en kunnen ze zielig en meelevend kijken en durven ze bijna niet te blaffen. Als we een parallel met de maatschappij zouden trekken… maar dat doen we nu braaf even niet, kom ik zo op terug.
Maar de soort die nu terug gekomen, of terug uitgezet is, heeft van de regenboogbrokken gegeten, en is een alleraardigst, lief, aaibaar en niks om bang voor te zijn, beestje. Gelooft u het? Ik niet. Een Wolf blijft een Wolf.
De wens om van Nederland een Yellowstone Park of Brits Columbia te kunnen maken is natuurlijk volslagen ridicuul. En voor deze jager is er misschien qua oppervlakte wel plaats voor een aantal roedels maar de manier waarop onze natuur ingericht is, heeft weinig tot niks te bieden voor dit beest. Anders hoeft het niet de weilanden in om doodleuk schapen dood te bijten of zomaar een snelweg op te rennen.
Kortom, net als met vele andere thema’s, onze voorouders hadden het niet voor de lol zo geregeld!
Hoort dit dier in Nederland? Van oorsprong misschien wel, maar een dier wat zoveel ruimte nodig heeft om zich een comfortabel leven te kunnen aanmeten, moeten we voor op de lange termijn gewoon eerlijk zijn, daar is geen plek voor. En wij als mensen hebben nu eenmaal voor de natuur te zorgen en voor onze eigen dieren. Maar we moeten niet ook deze natuur willen omdraaien, door de dieren te laten beslissen. We zijn nu simpelweg eenmaal superieur aan ze, en daar hebben we met beleid en verantwoording zorg voor te dragen. En als ze onze dieren en vee bedreigen, heeft een van de oudste beroepen ter wereld daar een prima oplossing voor.
Op de plaats waar de overgrootvader van deze roedels tegen een boom plaste om zijn territorium af te bakenen, staat nu misschien wel een huisje van een dierenactivist (met gezinnetje).
Deze is teleurgesteld in de hedendaagse maatschappij, en de manier waarop de vleesindustrie nu met de dieren omgaat, en ziet achter zijn computertje de vuilste reportages en spreekt vele medestanders. En hij heeft tot op zekere hoogte gelijk, want de vleesindustrie is misselijkmakend. Het vlees niet, de manier waarop we vlees kweken. Maar er ontbreekt een belangrijk onderdeel in deze discussies die hij voert.
Nuchterheid.
En die biedt het internet ook wel, je moet het alleen zoeken. Maar het zelf beredeneren dat bestaat niet meer of wordt niet meer geleerd. En het blaft vanachter dat veilige scherm naar alles en iedereen die tegen zijn standpunten is.
En ze zijn denkbeeldig met een roedel, want al snel sluiten er medestanders aan en ze blaffen er samen lustig op los. En ze gaan er daardoor nog in geloven ook.
Tot je deze mensen alleen in het echt spreekt. Dan zijn het bange hondjes en kunnen ze meelevend en lief kijken en durven ze bijna niet te blaffen.
Eigenlijk zijn het zelf Wolfjes.
Wolfjes in schaapskleren.
Bert Schouwstra
Reactie plaatsen
Reacties